De resultaten in context
Dankzij de aanhoudende economische groei van 6-8% per jaar in het afgelopen decennium zal Bangladesh in 2024 niet meer onder de categorie ‘minst ontwikkelde landen’ vallen. Dit zal nieuwe kansen bieden, maar ook nieuwe verantwoordelijkheden met zich meebrengen. Zo wordt verwacht dat in het decennium 2020-30 jaarlijks meer dan 2 miljoen jongeren de arbeidsmarkt zullen betreden. Het belang van vaardigheden en het creëren van banen voor Bangladeshi jongeren kan daarom niet worden onderschat. Maar deze uitdagingen zullen steeds vaker moeten worden aangegaan zonder donorsteun.
Naast jeugd, vaardigheden en banen waren de PSO-activiteiten in de rapportageperiode gericht op readymade garment (RMG). De RMG-sector is goed voor meer dan 80% van de exportinkomsten van Bangladesh en staat onder zware druk van regionale concurrentie. Door zijn lucratieve karakter en de hoge mate van politiek-economische verwevenheid is de sector gevoelig voor politieke spanningen, die een aantal van de resultaten hebben belemmerd.
In de rapportageperiode en in het kader van de programma-activiteiten richtte Nederland zich ook op de empowerment van vrouwen als dwarsdoorsnijdend thema. Dit betekende:
1. nauwe afstemming met activiteiten onder het genderthema, zoals activiteiten die betrekking hebben op financiële inclusie en/of vrouwelijk ondernemerschap,
2. het monitoren van de gendercomponenten in de bestaande RMG-portefeuille en
3. onderzoek naar de mogelijkheden om de inclusie van vrouwen en het ondernemerschap te stimuleren als hoekstenen van de algemene ontwikkeling van de private sector.
Verhaal over de bereikte resultaten
Tijdens de rapportageperiode heeft het project van het Bangladesh Youth Leadership Center met succes aandacht besteed aan de ontwikkeling van vaardigheden en leiderschap onder Bangladeshi jongeren, waarbij bewustwording werd gecreëerd en de samenhang tussen de studenten van verschillende onderwijssystemen werd vergroot. Tegelijkertijd verbindt het project studenten met de arbeidsmarkt door middel van evenementen en carrièreprogramma's.
Wat de RMG betreft, waren de Nederlandse programma's gericht op het verbeteren van de omstandigheden in de gehele waardeketen van de RMG-industrie in Bangladesh. Dit deden wij in samenwerking met de International Labour Organization (ILO), de Duitse Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ) en de International Finance Corporation (IFC). Nederland heeft een invloedrijke positie in de RMG-sector in Bangladesh verworven, mede door de betrokkenheid bij verschillende programma’s. Aangezien de RMG-sector zo'n dominante economische sector is (zowel wat betreft de bijdrage aan de totale werkgelegenheid als de exportopbrengsten), is de besluitvorming in de sector sterk verweven met de politiek. Dit heeft geleid tot volatiliteit in de relaties tussen de belanghebbenden tijdens de rapportageperiode, wat een effect had op de resultaten van het programma. Van de cumulatieve doelstelling van 560 fabrieken (tegen het einde van 2021) om een plan voor preventie, beperking en sanering van bouwtechnische, brand- en andere veiligheidsrisico’s uit te voeren, werden er 170 bereikt in de rapportageperiode.
Door het ILO-project konden minder fabrieken worden ondersteund bij het afronden van hun saneringsplannen (167 van de 248 fabrieken - hoewel 248 een eindejaarsdoelstelling was en de rapportage in juni 2018 plaatsvond), hoewel een aanzienlijk aantal fabrieksarbeiders betere werkomstandigheden hebben (gekregen). Voor het IFC Partnership for Cleaner Textile-project (PaCT) zijn 3 fabrieken bereikt van de voorgenomen 5. De uiteindelijke doelstelling is om binnen drie jaar is 180 fabrieken te bereiken. De beperkte voortuitgang heeft te maken met de gekozen indicator, Fase II van het programma is net begonnen en de verwachting is dat het aantal fabrieken de achterstand zal inlopen naarmate het programma vordert. Voor het GIZ-project is het erg moeilijk geweest om de GoB aan boord te krijgen voor een experiment met de Employment Injury Insurance, ondanks herhaald uitgesproken politiek engagement.
Gezien de meerjarige looptijd van deze 3 programma's en het feit dat deze op schema liggen met andere indicatoren die hier niet worden vermeld, wordt verwacht dat de programma's deze indicatoren zullen inhalen. Vooral omdat de ILO haar algemene doelstelling voor fabrieken in het kader van het programma Better Work Bangladesh (BWB) al in nauw overleg met de donoren heeft herzien. Er is dus geen aanpassing nodig.