Inleiding
Sinds de politieke crisis in 2015 heeft Burundi te maken met politieke instabiliteit en economische achteruitgang. Er is geen ruimte voor een politieke dialoog, mensenrechtenschendingen blijven plaatsvinden en er is weinig vertrouwen in de regering. Door de algemene daling van het nationaal inkomen neemt de armoede toe. Ook de tekorten aan basisproducten en vreemde valuta, en de verminderde bedrijvigheid zijn punten van zorg.
Nederland draagt bij aan het elimineren van de belangrijkste drijfveren van het conflict in Burundi. Deze zijn:
chronische voedselonzekerheid, ondervoeding en de negatieve gevolgen van klimaatverandering voor de landbouwproductie
snelle bevolkingsgroei, genderongelijkheid en aan gender gerelateerd geweld
het gebrek aan vooruitzichten en werkgelegenheid voor jongeren
het fragiele politieke bestuur
Om dit te bereiken is de nadruk gelegd op:
de empowerment van boerenfamilies door de landbouw en de marktsector te ontwikkelen, met name daar waar deze twee elkaar overlappen;
de empowerment van vrouwen en jongeren door op grote schaal informatie, producten en diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) beschikbaar te stellen;
de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en het scheppen van werkgelegenheid en andere mogelijkheden voor het genereren van inkomsten;
de versterking van de stem en participatie van de Burundezen op verschillende niveaus in de samenleving door dialoog met de overheid en verzoeningsinspanningen te steunen.
Resultaten 2019
Ondanks het huidige politieke landschap hebben de Nederlandse programma's opmerkelijke resultaten geboekt op het gebied van voedsel- en voedingszekerheid, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en Veiligheid en rechtsorde.
De interventies uit het voedselzekerheidsprogramma die boerengezinnen - zowel mannen als vrouwen, maar ook hun kinderen - motiveren om resilience-based farming te bedrijven, zijn op grotere schaal toegepast. Dit heeft verder bijgedragen aan een toename van ecologisch verantwoord agrarische productie en een stijging van inkomens.
Als gevolg van het SRGR-programma is de beschikbaarheid en kwaliteit van informatie over seksuele en reproductieve gezondheid (via verstrekkers van gezondheidszorg en andere diensten, scholen en jongereninitiatieven) verbeterd. Dit heeft geleid tot meer gebruik van anticonceptiemiddelen, minder zwangerschappen onder tieners en, na verloop van tijd, een lager vruchtbaarheidscijfer.
Ondanks de moeilijke politieke context heeft Nederland toch kunnen bijdragen op het gebied van goed bestuur. De Nederlandse ngo Radio La Benevolencija is steun blijven verlenen aan de Burundese media. De bijdrage van het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie (NIMD) aan de politieke dialoog in Burundi heeft geleid tot minder politieke spanningen op lokaal niveau. Het werk van VNG International heeft het lokale eigenaarschap en de samenwerking op lokaal gemeenschapsniveau bevorderd. IOM heeft de ministeriële coördinatie en de eigen inbreng van politici en overheidsfunctionarissen om mensenhandel aan te pakken, verbeterd.